Krant: Van wapens naar pannen (van Ruijven Langestraat)

Verhaal

Van wapens naar pannen
 (Verschenen in de rubriek 'Amersfoort toen en nu' van het AD, zaterdag 31 augustus 2013'

Het oudste familiebedrijf van Amersfoort, Van Ruijven in de Langestraat, heeft de deuren gesloten. Eén van de redenen is een gebrek aan opvolgers. In bijna twee eeuwen ontwikkelde de zaak zich van een wapenhandelaar tot een degelijke winkel in huishoudelijke artikelen.

 ‘Voorradig alle soorten jachtgeweren, buksen, revolvers,’ staat te lezen op een reclameaffiche uit het begin van de vorige eeuw. Die tekst zou niet misstaan hebben op een gevel van een morsig pand in het Wilde Westen, maar hij is te vinden in het archief van de ondernemende familie Van Ruijven. Dozen vol met foto’s, oude krantenartikelen en overnameaktes liggen op zolder van de voormalige winkel aan de Langestraat. Op de verdieping blijft de laatste eigenaar Bert van Ruijven wonen.
 Ze waren dan weliswaar geen cowboys, toch hangt er een zweem van heldendom rondom de vijf generaties Van Ruijven. "We speelden steeds in op de veranderende tijden door het assortiment om te gooien," vertelt Bert van Ruijven. `Daar is moed voor nodig. Elke keer loop je het risico dat iets niet loopt."

  De winkelhistorie begint met een dagopbrengst van 22 gulden en 25 cent, op vrijdag 15 mei 1835 in sierlijk handschrift in het kasboek opgetekend door Arnoldus van Ruijven. Naast een constante omzet, bouwt deze eerste Van Ruijven aan het betrouwbare imago van de winkel in ijzerwaren en galanterieën. De spijkers die hij maakte in de smederij boven de winkel krijgen een onderscheiding en zelf ontvangt hij een gouden medaille wegens het redden van drenkelingen. Zoon Bernardus volgt hem in 1873 op. Hij is lid van verschillende verenigingen, maar daarnaast zien mensen hem ook vaak gemoedelijk met een pijpje op de stoep voor zijn winkel staan. Bernardus zorgt voor verdere groei van de onderneming. Hij geeft meer ruimte aan de ijzerwaren, hard nodig omdat Amersfoort  ook in die tijd snel uitbreidt en er nabij de stad veel kazernes worden gebouwd. De snuisterijen vervangt Bernardus door revolvers, pistolen, buksen en geweren. Wellicht dat hierdoor zijn zoon Rudolf in de ban van het schieten raakt. Rond het jaar 1900 is hij medeoprichter van de nog steeds bestaande sportschietvereniging Prins Hendrik.
Ook Rudolf voelt de tijdgeest goed aan. In 1914 verbouwt hij het pand aan de Langestraat van binnen grondig en begint met de verkoop van kachels en haarden. Druk blijft het vooral op vrijdag, als tijdens de markt de Veluwse boeren en jagers langskomen om geweren, hagel en kruit te kopen. Lange tijd staat de winkel in de volksmond dan ook bekend onder de naam Hagel en Kruit.

De liefde voor schieten gaat over op Rudolfs oudste zoon Bernard die begin jaren ´50 de zaak overneemt. In het voorjaar van 1953 trouwt hij met de dochter van de eigenaar van een delicatessenzaak die een paar panden verderop in de Langestraat zit. Al snel raakt het paar in blijde verwachting, maar de 38-jarige Bernard overlijdt een half jaar na het huwelijk aan buikvliesontsteking. Hij zal zijn zoon Bert niet geboren zien worden. In de jaren die volgen zwaait weduwe Cor van Ruijven - van Remmerden de scepter over het familiebedrijf. Zij geeft ruim baan aan de huishoudelijke artikelen en demonstreert in de avonduren de werking van nieuwe kookapparatuur. Desondanks blijven op de gevel de woorden Hagel en Kruit prijken, hoewel die door de strengere regelgeving steeds minder worden verkocht. Haar zoon Bert blijkt geen erfgenaam van de passie voor schieten van zijn voorvaderen. "Ik hield meer van dieren en wilde toen ik jong was daarmee gaan werken." Maar de traditie blijkt sterker. Samen met zijn moeder brengt hij vanaf de jaren ´70 de winkel de moderne tijd in, waarin het draait om modegevoelige kleuren en moeilijk te voorspellen trends. Begin deze eeuw komt daar de opkomst van de internetverkoop en de koopzondag bij. Deze slag wil Bert (59) niet meer maken. Komende maand worden de laatste huishoudelijke artikelen die nog in het magazijn staan op rommelmarkten verkocht en gaat hij omzien naar vrijwilligerswerk. "Ik heb al wat op het oog. Iets met dieren."

Verwijzingen

  1. Ruijven, Arnoldus Hendrik van
  2. Ruijven, Bernardus Arnoldus van
  3. Ruijven, Rudolph Johannes van