Bronverwijzing
-
Leeuwarder Courant
-
- Datum: 2 september 2014
- Pagina: LC 23 feb 1984
-
Citaat:
Griet Arends stichte een zuivelfabriekje
MISSCHIEN is er in de annalen van de Bolswarder zuivelschool nog iets over te
vinden. Want het feit, dat een vrouw zich zo maar als leerlinge liet
inschrijven, moet toch wel spraakmakend zijn geweest. Het was namelijk in 1898,
de zuivelschool wsa pas opgericht en het bestuur van de toen nog min of meer
particuliere onderwijsinrichting had zich nog niet eens braden over de vrag of
er wel vrouwen moesten worden toegelaten. Griet Arends, de kordate 27jarige
boerendochter uit Ureterpvallaat, zette het bestuur voor het blok. Zij is
waarschijnlijk de eerste zuiverdirektrice in Friesland geweest.Er is over Griet Arends niet zoveel bekend. Geschreven bronne zijn er helemaal
niet, met uitzondering van op de kop af acht regels in het gedenkboek
"Smellingera-land", waarin gemeld wordt dat zij een partikulier zuivelfabriekje
heeft geleid, dat een dertigtal jaren heeft bestaan. De schrijver zegt dat het
in "onze gemeente", Smallingerland dus, was. Maar het fabriekje stond in
Opsterland en Griet Arends was inwoonster van deze gemeente. Pas korgeleden is
dit stukje Opsterland naar Smallingerland overgegaan.Griet Arends was de dcohter van Arend Petrus Arends en Mintje Teakes Rinsema. Ze
had twee zusters, Sjoukje en Aaltje, Griet was de tweede. Ze kwam op 18 oktober
1865 ter wereld. Mem overleed toen ze zestien was. Ze woonde op de boerderij die
nu genummerd is Ureterpvallaat 23 en bewoond wordt door de familie Germ van Linde.Grietje Arends had belangstelling voor de zuivelbereiding. Toen er nog op de
boerderij gekarnd werd, was dat haar werk. Omstreeks 1890 kwam de fabrieksmatige
zuivelbereiding op. Het was geen goede tijd voor de boeren, maar dat remde de
ontwikkleing niet. Griet Arends zag kansen, volgde in Bolsward de cursus en
stichte op het Ureterpvallaat een fabriekje. Waarschijnlij heeft ze zich door
haar beide zusters laten uitkopen zodat ze geld om handen kreeg om haar plannen
uit te voeren. Het gebouw staat er nog, het is later verbouwd tot
arbeiderswoning. In het beginstadium had het een langgerekte vorm. Op de
westkant liep een brede wijk zuidwaard, voor de fabriek was de vaart waarlangs
uit Ureterp de melk per praam kon worden aangevoerd. Er kwam ook melk met paard
en wagen uid de Mersken. De eerste tijd werd de aandrijfkracht voor de
werktuigen geleverd door een paard, dat de rosmolen in beweging bracht, maar
omstreeks 1898 liet ze een stoommachine plaatsen. De fabriek kreeg de naam
Aurora en in de zomermaanden, als er veel melk werd aangevoerd, werkten er soms
vier mensen.* Nei Ljouwert
Arend Poppinga (87 jaar), muoikesizzer van Griet (zijn moeder was Griets zuster
Sjoukje) herinnert zich de bedrijvigheid nog. Als jongen van een jaar of tien
logeerde hij op de boerderij van pake. "Simmerdeis leinen de tsizen wolris op de
kostâl, dan hienen se yn it fabryk miskien gjin romte mear, en dan kaam der in
man dy't se omflapte. Dat ha'k ek wokris dien, de tsiis moast geregeldwei keard
wurde. As se klear wienen, gyngen se leau ik mei it Bakkefeeanster fearskip nei
Ljouwert. Muoke gong freeds altiten nei Ljouwert ta en dan mocht ik wolris mei.
Se hie doe in tilbury mei in brún hynder der foar, in bovenlans hynder, soe'k
sizze. Troch Drachten hinne mende sij, mar dan mocht ik. Wy gyngen oan
Feanwâlden ta en mei de trein fierder nei Ljouwert."Er is uit die tijd een foto bewaard gebleven en daarop zien we Griet Arends in
de sjees. De foto moet op het Vallaat zijn genomen, want op de achtergrond ziet
men duidelijk de vaar met de toen nog schriele eikebomen. Het paard lijkt van
Fries ras. Poppinga's herinneringen gaan zo'n 75 jaar terug, de foto is
waarchijnlijk jonger. Naast Griet Arends zit Nienke van Zowl, het dienstmeisje
van de familie Arends. Nienke was de dochter van Marten van Zwol, boer en
turfschipper op de Rolbrêge onder Tijnje. Nienke werd op haar veertiende
boerefaam op het Vallaat en ze viel daar in alle opzichten met de neus in de
boter. Ze is vorige week overleden, maar haar dochter Alie Vermeulen-van der
Sluis van de Suderheide onder Drachten weet uit overlevering één en ander.* Goed plak
"Mem hat der in bést plak hân en se is der oan har trouwen ta bleun. Griet
Arends behannele har as har bern, mem moast it naaien leare en se tocht der eik
om, dat mem net te gau in feint krige. Us heit, Atze van der Sluis, koe
allinnich komme as Griet der net wie, hat se my wol ferteld. De âld boer wier
sunich, mar Griet stoppe ús mem altiten wat ekstra's ta. En se gie freeds faak
mei nei Ljouwert."Griet Arends heef de concurrentie van de coöperatieve fabrieken en de grote
partikuliere bedrijven welligch niet aangekund. In elk geval heeft ze haar
fabriekje in de jaren tussen 1910 en 1915 moeten sluiten. Haar beide zusters
waren inmiddels het huis uit gegaan. Griet en haar vader verhuisen in mei 1916
naar Drachten. Daar bleven ze tot 19128 wonen. Toen is Griet naar Zeist
verhuisd, waar ze zich waarschijnlijk heeft ingekocht in een tehuis voor
alleenstaande dames. Heit is bij zijn dochter Sjoukje in Beetsterzwaag
ingetrokken. Griet is in 1939 overleden. Er doen over haar vage verhalen de
ronde. Dat ze haar mannetje sond, is ongetwijfeld waar geweest. In Leeuwarden
moest ze opboksen tegen grote zuiveldirekteuren en gewiekste kaas- en
boterhandelaren. ALs ze geld hag gebeurd en dat naar de bank in Drachten bracht,
had ze een revolver naast zich in de sjees of tilbury liggen. In de laatste
jaren van haar bestaan zal zuiveldirektrice, zou ze een stevige borrel niet
versmaad hebben., zo wordt uit de overlevering hier en daar ook nog verteld.Bij de foto rechts onder:
* Dit portretje van Griet Arends is in Arnhem gemaakt, ze moet toen tussen de
dertig en veertig jaren zijn geweest.
-