Krant: G.Brienesse, portier Twentsche Bank N.V.

Bronverwijzing

  1. Utrechts Archief
      • Datum: 30 oktober 2011
      • Pagina: Utrechts Nieuwsblad 7 sep 1956 pag 2
      • Afschrift:

        Wij spraken met:
        G. Brienesse (Cerberus)

        Wij zien hem altijd staan, als we van ons werk uit de stad komen en
        naar de redactie terugwandelen over het Janskerkhof. Wanneer het zonnetje
        schijnt geniet de heer G. Brienesse, de portier van de Twentsche Bank N.V.
        de milde warmte met de handen op de rug in het hoekje van de deur. Nog net
        niet geleund tegen de deurpost. Want hangen past de entreebewaarder van een
        gerenomeerde bank niet.

        Zes zilveren knopen en de letters T.B. glanzsen op het groene uniform van de
        heer Brienesse. Al twintig jaar is dat zijn ambtskleding.

        Om negen uur 's morgens doet hij de deur open voor de clientele. Meestal staan
        er al een paar te wachten en daarmee knoopt de portier gemakkelijk een praatje
        aan. "Ik ben altijd amicaal met de klanten meneer. Mensen, die moeten wachten
        praten graag, nietwaar?"

        Ook de clienten, die net op sluitingstijd komen moeten vriendelijk te worod gestaan
        worden en als het even kan nog geholpen ook. Daarvoor zorgt de heer Brienesse.

        Hij spijkert dagelijks aaan het en behalve veel bekijks heeft hij zich in
        zijn dienstjaren talloze "bankrelaties' verworven. Iedereen, die meer dan twee keer
        het kantoor van de De Twentsche Bank n.v. is binnengegaan, kent de kleine portier.
        "Heus waar, meneer, het is hier een gezellige bank. Niet alleen door mij moet u
        goed begrijpen, natuurlijk ook door de anderen", en de heer Brienesse wijst
        ergens in het vage naar de loketten waar kantoormachines ratelen.

        't Is op een bank net als bij de kapper. Je kunt het treffen dat je net aan de beurt
        bent, of dat er zven mensen voor zijn. Een kwinkslag stelt de wachtenden meteen
        op hun gemak. Wilt u roken? Niet eens zo heel diep behoeft de heer Brienesse
        te bukken om uit de la van zijn tafeltje achter de draaideur een doosje sigaretten
        te pakken.

        Wat deed u voor u portier werd? Een beetje aarzelend verklapt de heer Brienesse dat
        hij orthopedisch schoenmaker was. Het portiersambt schijn hem echter veel beter
        te bevallen. Zelfs volgt de heer Brienesse in grote lijnen de financiele perikelen
        van de wereld. In grote grove lijnen natuurlijk, zoal het nu met Nasser gaat
        bijvoorbeeld -- olie hoger -- olie lager.

        Nar de berichten van de effectenmarkt kijkt de heer Brienesse ook. Maar vertrouwt
        hij ons toe, speculeren met effecten is net kaartspelen van januari to volgende januari,
        met afwisselend een zuur of een vrolijk gezicht. Vertel u nu eens, zou u zin hebben
        om het hele jaar door kaart te spelen?

        Ons babbeltje wordt geregeld onderborken door de clientele van de bank, die van
        alles weten wil.. Of meneer die en die te spreken is? Gaat u maar even in de
        wachtkamer. Tot hoe laat kan ik vanmiddeg terecht? Tot halfzes meneer.

        ZO verglijden de dagen in het bestaan van de portier van de De Twentsche Bank N.V.
        Het zijn er niet zo heel veel meer, want volgend jaar gaat hij met pensien. En dan
        zal er ook wel en ander uniform moeten komen meneer want ze zullen niet zo makkelijk
        iemand vinden, die in mijn pak past.

        Breed glimlachend doet de vriendelijke Cerberus van De Twentsche Bank N.V. ons uitgeleide:
        "Tot ziens meneer!"

Verwijzingen

  1. Brienesse, G.