Bronverwijzing
-
Leeuwarder Courant
-
- Datum: 20 juli 2013
- Pagina: LC 12 jul 1976
-
Afschrift:
JE KON MIJLENVER DE WEILANDEN IN KIJKEN
"Opgejaagde" Kees van Boekel in Drachten:
Drachten - Het karakteristiek pandje aan de Noordkade 8 uit 1826, eens het
kantoor van de houthandel Bolleman, is niet meer. Het moest wijken voor
winkelbouw-plannen, zoals zoveel van wat de herinnering aan het oude Drachten
moeizaam levend probeerde te houden. Mevrouw Trijntje van Boekel-Miedema treurt
niet al te hevig om het verlies. Het is natuurlijk jammer, dat wel, maar ze
heeft een nieuw onderkoment voor haar antiekhandel gevonden aan de Markt; een
wat minder geschikt punt, maar toch nog altijd in het centrum.Kees van Boekel (70, oud-zeeman, handelaar in oude metalen, antiekhandelaar,
dichter van poƫmen vol weemoed en jaren achtereen de Sinterklaas bij uitstek van
Drachten) kijkt er wat anders tegen aan. Hij mocht graag wat zitten verhalen in
"het winkeltje", temidden van af- en aanlopende klanten en met het zcicht op de
gezellige drukte van de Centrum Promenade. Zo heet tegenwoordig het eerste stuk,
gerekend vanaf de voormalige hoofdbrug, van de Kaden.Hij is Drachtster sinds een jaar of dertig en gezien zijn niet aflaende
betuigingen van aanhankelijkheid aan Smallingerlands hoofdplaats kunnen Haarlem
(zijn geboorteplaats) en Amsterdam hem wel vergeten voor de rest van zijn leven.
Alleen zijn tongslag herinnert nog aan zijn "randstedelijk" komaf, maar dan ook
heel nadrukkelijk."Moet je horen joh, ik heb ze hier wel gehad, Friezen uit Canada en Amerika, die
hadden hier nog gespeeld en er was eentje bij die bevoelde met zijn handen de
stenen in de muur. Hij stond er bij te janken. Het leek de klaagmuur van
Jeruzalem wel", aldus Van Boekel. Hij en zijn vrouw hebben veel trouwe klanten,
Drachtsters-om-utens, ook die op de een of andere manier banden hadden met die
stukje oud-Drachten.Meters Hoog
Kees van Boekel is zijn Drachtster loopbaan begonnen als handelaar in oude
metalen en papier. Hij vestigde zich in een oude boerderij vlakbij het
Noorderkerkhof, aan de Stationsweg. "Drachten was toen nog maar zo'n dorpje. Je
kan je hart hier ophalen Van Boekel zegt burgemeester Hoperus Buma nog tegen me.
Het was allemaal weiland joh zo ver je kon zien", vertelt Van Boekel. hij kreeg
de wind in de zeilen toen hij Philips als klant kreeg. Maar tot het dorpsschoon
droeg zijn handel weinig bij. "De boel lag meters hoog achter die oude
boerderij".Van Boekel was dan ook vol begrip toen gemeentewerken van Smallingerland hem
opdracht gaf daar wat aan te doen. Om een afscheiding tussen de laatste
rustplaats van generaties Drachtsters en de warwinkel van de metaalhandel tot
stand te brengen moest hij een rij "ruisende populieren" laten aanleggen. "Dat
kwam voor elkaar, ik een laan van ruisende populieren aangelegd, maar twee jaar
later had je gemeentewerken al weer. Het kon zo niet langer. Er lagen bergen
oud-ijzer. je kon het in Leeuwarden zien liggen". Van Boekel verhuisde met zijn
handel naar de andere kant van het kerkhof, waar ook een boerderij leeg was
gekomen, want Drachten groeide naar alle kanten."Ik kon weer mijlenver de weilanden in kijken en mijn oud-ijzer en papier
opslaan, de zaak draaide lekker. De balen oud papier rezen weer huizenhoog de
lucht in en na een jaar of drie daar had je het weer. Sorry hoor, zeiden ze bij
de gemeente, wij gaan hier achter bouwen", zegt Van Boekel. Het draaide weer op
verhuizen uit. Nu naar de oude leegstaande boerderij bij de "Hege brechster" aan
de Noorderdwarsvaart. Het uitzicht en de ruimte waren opnieuw geweldig, maar de
bouwers kwamen ook naar Drachten-Oost toe, zodat ook die vreugde maar een paar
jaar duurde. "Hier hoef je niet bang te wezen, hier hoef je voorlopig niet weg
zeiden ze nog toen ik er kwam". Maar dat was dus een misrekening."Beroerd"
Opnieuw verhuizen dan maar en met de hele handel enkele honderden meters
verderop aan de Noorderdwarsvaart, waar al weer een boerenschuur leeg stond,
naast school 2. Maar dat beviel niet en bovendien hingen na verloop van tijd ook
in die hoek bouwplannen in de lucht. "Ik heb daar een jaar gezeten, maar daar
werd ik beroerd van", herinnert Van Boekel zich. Hij heeft toen de handel in
papier en oude metalen van de hand gedaan en zich op het antiek geworpen, vooral
door toedoen van zijn vrouw. "Het is haar handel, ze zit er vol van", zegt Van
Boekel royaal.De eerste antiekwinkel van de familie Van Boekel werd ondergebracht in de
vroegere winkel en woning van schoenmker Rinsema. Daar, in dat pand aan de
Zuidkade, werden Thijs en Jaap Rinsema geboren. Thijs kreeg vooral door THeo van
Doesburg van de internationale "Dada-beweging" bekendheid als kunstschilcer,
Jaap was meer beschouwelijk ingesteld en bracht het tot publikatie van een
aantal gedichten met wijsgerige inslag. Van Boekel heeft Jaap Rinsema daar wel
eens ontmoet. dichters onder elkaar als het ware. Rinsema woonde toen al jaren
in Meppel.Mooie tijd
Het einde is nu in zicht. Maar eerst moest het voormalig schoenmakerijtje nog
worden afgebroken en vervangen door een strak nieuw winkelpand voor Van Boekel
terecht kwam in het pand aan de Noordkade (Centrum Promenade) at nu ook is
afgebroken. Hij heeft daar toen nog een jaar of elf gezeten en er een mooie tijd
gehad. In het jongste pand aan de Markt, waarin mevrouw Van Boekel weer de
scepter zwaait, kijkt Kees van Boekel terug op zijn leven. Hij is uitermate
tevreden, maar het is wel vlug gegaan. "Je kan het je niet voorstellen en de
mensen zijn altijd goed voor me geweest, de gemeente ook hoor, ik heb altijd
alle medewerking gehad", zegt hij.Zijn loopbaan als Sinterklaas is voorbij. "Ik had die grote NTM-hal vol
kinderen, een verhaaltje en een snoepje weet je wel. En een ritje op de schimmel
door Drachten. Ik had nooit op een paard gezeten en massa's mensen op de been
natuurlijk. Ik kom op dat paard bij de hoofdbrug en daar steken een paar van die
Drachtster jongens dat beest met een naald in de kont". Ook dat heeft Van Boekel
overleefd.
-