Verhaal
Jan Hut, slachtoffer vriendschap met de moordenaar Eye Wykstra
Door Rink van der Velde
				NOORDBERGU- Jan Hut. Zijn naam wordt altijd in één adem genoemd met de namen van
				Eye WSykstra en Durk Tabak, het tweetal dat in de criminele geschiedenis te boek
				staat las de viervoudige moordenaar van Grootegast (Eye Wykstra schoot in de
				winter van 1929 vier politiemannen dood) en de messetrekker die een jaar later
				tijdens een caféruzie in Drachten een jongman doodstak en in 1949 onder
				Surhuizum een vrouwe met revolverschoten doodde, waarna hij de hand aan zichzelf
				sloeg.
				
				Jan Hut aan al die wandaden part noch deel, hij heeft in het geval van Eye
				Wykstra waarschijnlijk nog erger voorkomen, maar er niettemin levenslang onder
				geleden. Vrijdag is hij ten huize van zijn oomzeggers in het Groningse Oostwold,
				bij wie hij het laatste jaar inwoonde (daarvoor woonde hij in Noordbergum)
				overleden. Hij is 94 jaar gweorden. De crematie heeft vanmorgen in Groningen
				plaats gevonden.
				
				Jan Hut was een inteime vriend van Eye Wykstra met wie hij zijn gereformeerde
				afkomst gemeen hand. Beiden keerden zich als jongemannen bewust van het geloof
				van hun ouders af en zochten andere wegen. Jan Hut koos onder invloed van Domela
				Nieuwenhuis voor het atheïsme en diens vrije socialisme. Hij is altijd
				anti-militairist en voorstander van geweldloosheid gebleven. In zijn laatste
				levensjaren verdiepte hij zich in de oosterse mystiek.
				
				Ze leeden elkaar kennin in het bouwvak en in tijden van werkloosheid trokken ze
				er samen op uit als straatmuzikanten. Durk Tabak sloot zich af en toe bij hen
				aan. Hij genoot in het zuidelijke Fries-Groningse grensgebied enige faam als
				zanger. Jan Hut wantrouwde Durk Tabak, hij vond he onberekenbaar en hij heeft
				het er erg moeilijk mee gehad toen hij later door toeval betrokken raakte bij de
				eerste moord van Tabak. De laaste leefde trouwens ook met Eye Wykstra op
				gespannen voet. In zijn levensverhaal, dat hij in de gevangenis schreef vertelt
				Eye dat hij altijd zijn revolver gereed hield als hij met Durk Tabak op pad was.
				
				In de strenge winter van 1928-'29, een tijd van barre armoede op de
				Fries-Groningse heide haalde Eye Wykstra een vrouw in huis, Aaltje Wobbes, met
				wie hij een verhouding was begonnen toen haar man voor diefstal in de gevangenis
				zat. Waarschijnlijk hebben ze daarmee het burgelijk armbestuur tot bijstand van
				Aaltjes kinderen willen dwingen. Wegens "moedwillige verlating" van het gezin
				gaf de officier van justitie in Groningen opdracth tot arrestatie van Aaltje. In
				de vroege morgen omsingelden vier veldwachters de woning van Eye, waarna een
				vuurgevecht volgde. Eye, die een uistekend schutter was en een arsenaal aan
				wapens bezat, schoot de vier agenten dood en sneed he vervolgens de keel af.
				
				Na zijn daad zond Eye Aaltje weg, stak zijn huis in brand en begaf zich naar
				zijn vriend Jan Hut, die in de buurt woonde. Eye was bij het vuurgevecht aan een
				arm gewond geraakt en bloedde hevig. Jan Hut bewoog Eye met hem mee te gaan naar
				de huisarts om de wond te laten verzorgen. De huisarts was niet thuis. Jan Hut
				bestelde een tazi waarmee ze samen naar het ziekenhuis in Groningen reden.
				Ondertussen was bekend geworden welk drama zich in Grootegast had volgrokken. er
				was marechaussee langs de weg voor de aanhouding van Eye Wykstra. De
				marechaussee die de auteo met daarin Eye en Jan Hut aanhield, ondernam in zijn
				verbauwereerdheid niets. In de stad Groningen liet Eye zich later gewillig
				arresteren.
				
Nog erger
				In de latere reconstructie van de moordpartij en ook tijdens de behandeling van
				de zaak vor de rechtbank, is de rol van Jan Hut nooit goed uit de doeken
				gekomen. De veronderstelling ligt voor de hand, dat Jan Hut met zijn
				verstandelijk overwicht zijn vriend Eye Wykstra van een nog grotere moordpartij
				heeft weerhouden. Eye had bij zijn aanhouding een op scherp staande revolver bij
				zich. Uit het feit, dat hij zijn slachtoffers nog de keel afsneed, kan men
				opmaken dat hij volkomen van zinnen was en tot alles in staat.
				
				Door het opzienbarende nieuws dat na het drama- en met weinig begrip voor de
				sociale en maatschappelijke achtergrond- in de kranten werd gepresenteerd, kwam
				de naam van Jan Hut in een kwaad daglicht te staan en dat heeft hem zijn verdere
				leven achtervolgd. Het noodlot had echter nog meer voor hem in petto. Ruim een
				jaar later woonde hij in een één-kamerwoning in een steeg aan het einde van de
				Noordkade in Drachte. In het cafe bij de sluis stak Durk Tabak een jongeman uit
				De Wilgen neer, die korte tijd later aan zijn verwondingen bezweek. Durk
				vluchtte de steeg in en werd in de woning van Jan Hut gearresteerd. Opnieuw kwam
				diens naam in de krant.
				
				Jan Hut moet het Eye Wykstra eens hebben voorspeld: Durk Tabak is onberekenbaar.
				Het is later door Durks oudste broer bevestigd: "Durk hie bytiden wol me de
				minsken op, mar as it net kaam sa't hy it woe dan taaste dat syn geastfermogens
				oan, dan wie hy net rjocht yn oarder." Jan Hut heeft aan die verklaringen
				achteraf niet veel gehad. Hij werd weer op één hoop geveegd met de zwaar
				criminelen van die tijd. Het moet hem te veel zijn geworden. Hij was in zijn
				latere leven erg zwijgzaam en liet zich er moeizaam over hut, maar het ligt voor
				de hand dat hij mede daarom in de Verenigde Staten een nieuw leven wilde
				beginnen.
				
				Als landverhuizer had hij aanvankelijk succes. Met een compagnon begon hij een
				kweekereij van groneten nabij een grote stad waarvan hij zich in zijn laaste
				jaren de naam niet meer herinderde. Het was in elk geval aan de oever van een
				rivier. Bij een onverwachte hoge waterstand spoelde de hele oogst weg en was hij
				in één  keer straatarm. Gedesilusioneerd  keerde hij terug naar Nederland. In
				zijn priveleven schijnt eveneens weinig geluk voor hem te zijn wegelegd, maar
				ook dat hield hij voor zich.
				
				Jan Hut is het slachtoffer van een fatale vriendschap. Hij heeft er zich tegenover de
				buitenwereld nimmer over beklaagd. In de overlijdensadvertentie die gisteren in
				deze krant stond, staan de volgende vier regels uit een vers van Theodoor
				Holman: een ideaal dat niet in woorden past/ Een noodgedwongen standputn: rechte
				lijn/ Van doen naar daad: de wegen van het brein/ Waarin wat diepe wonden zijn
				gekrast.
				
Bronverwijzing
- 
					
					Leeuwarder Courant
					
					
- 
							
- Datum: 19 januari 2016
 - Pagina: LC 15 mar 1988
 
 
 -