LC19942202

Verhaal

De dood in Kortehemmen 2

De vorige week stond in deze rubriek hoe boer Jan Halbes de Jong uit Kortehemmen
in Beetsterzwaag. Zijn dertienjarige knechtje Jaldert Jalkes was op 4 augustus
1812 dood in het Koningsdiep gevonden. Het was geen verdrinking, zo steden twee
artsen een paar dagen laer vast, maar dood door mishandeling. En vermoedelijk
ging boer De Jong niet vrijuit.

Uit getuigenverhoren bleek dat boer De Jong op maandagmorgen 3 augustus Jaldert
begon te slaan. Dat gebeurde binnen, tijdens het middageten, om een uur of elf.
De Jong beschuldigde Jaldert ervan de dag tevoren, toen hij met de zuster van
zijn vrouw naar Oldeboorn was, uit een kast 260 gulden te hebben gestolen.
Omgerekend naar 1994 een bedrag van tienduizenden guldens. Het jochie wer door
zijn omgeving val goudeerlijk geacht, had nooit iets gestolen, aar bekende toch
de diefstal, zo ongenadig werd hij geslagen. 'Als geprangt door het het hem
aangedane' staat in de gerechtelijke stukken. Bij deze scène was de arbeider
Jacob Jansma (35) aanwezig.

De mishandelde Jaldert vluchte het huis uit, de schuur en het hooi in. Boer De
Jong, in alle staten, vloekte en schold en dreigde en de jongen kwam
uiteindelijk te voorschijn. Jansma was toen al weeer naar het land en was niet
aanwezig bij wat volgde. Hij hoorde bij zijn vertrek nog wel gejammer in het
achterhuis van de boerderij.

Het was  puur toeval dat omstreeks een uur of twaalf twee schipperskinderen in
de buurt van De Jongs boerderij kwamane. Dat waren Akke Everts Wijkstra (14) uit
Surhuisterveen en Barber Arents Woudman (13) uit Rinsumageest. Hun ouders lagen
met hun scheepjes op een half uur gaans, zij moesten wat turf bijeen zien te
bedelen. uit het achterhuis van De Jong hoorden zij Jaldert (die zij gekend
moeten hebben) roepen: 'Och Heere! Och Heere!' Boer De Jong gaf, tussen de
tuchtiging door, de meisjes een zak met wat truven en snauwde dat ze meteen
moesten opdonderen. Terwijl ze wegliepen, vingen ze nog op hoe de jongen
smeekte: 'Och boer, laat mij nog wat leven'.

Wat later kwam Akke Wijkstra voor de tweede keer in de richting van de boerderij
van De Jong gelopen. Of dat was uit nieuwsgierigheid of omdat ze weer om turf
uit moes, vermelden de stukken niet. Wèl dat ze vlak bij De Jongs plaets even
een plas moest doen. Hurkenb bij een hek kon ze het erf met de bomen zien. Ze
zag daar Jalder Jalkes hangen, met "een touw om de hals, spartelende en
slingerende met de beenen heen en weer". Jan Halbes stond onder de boom. Akke
ging meteen twee buren waarschuwen, maar die durfden niet naar De Jong te gaan.
'wegens zijn bij hun bekend oplopend karakter'.

De knechts van De Jong kregen die middag om drie uur geen thee, zoals
gebruikelijk. Wel kregen ze om vijf uur koffie - en dat was nièt gebruikelijk.
Knecht Jansma vroeg waar Jalder was. Die lag al in het hooi te slapen, zei boer
De Jong. Jansma wilde even gaan kijken. "Dêr hasto neat mei te meitsjen", moet
de boer gezegd hebben.

De volgende morgen, 4 augustus, werd een andere knecht Hotze Johannes, door boer
De Jong gewekt. Waar de jongen was, vroeg Hotze. Jalder was al op weg naar zijn
moeder in Terwispel, Die moest namelijk een linnen hemd voor hem maken. Zei De
Jong.

's Middags werd onder de Lippenhuister brug het lijk gevonde van Jaldert. Maar
waarom dáár? Van Kortehemmen was er toch een kortere weg om in Terwispel te
komen? En waarom droeg Jaldert geen schoenen en wel kousen? Zo ga je toch niet
een wandeling ondernemen? Zo redeneerde het bevoegd gezag te Beetsterzwaag.

De knechts van De Jong waren inmiddels door hem en zijn vrouw onder druk gezet
om de autoriteiten te melden dat hun jongste collega op maandagmiddag om vijf
uur een 's avonds om half negen nog meegegeten had. Vrouw de Jong ging naar de
ouders van de drie schipperskindern om het te bewerken. Het haalde niets uit.

Op 31 mei, 1 en 2 juni 1813 diende het proces tegen Jan Halbes de Jong voor het
Hof van Assises te Leeuwarden. Bijna 50 getuigen werden opgeroepen. De twaalf
man sterke jury bevond de boer De Jong schuldig aan moord. Hij werd ter dood
veroordeeld.

Boer De Jong ging nog in cassatie, maar het hoger beroep was tevergeefs. op 27
augustus 1813, ruim een jaar nadat hij zijn dertienjarige knechtje Jaldert
Jalkes door mishandeling en ophanging om het leven had gebracht, werd hij
onthoofd. Door de guillotine, want Nederland was nog Frans.

CHRIS KRUISINGA

Bronverwijzing

  1. delpher
      • Datum: 10 juli 2016
      • Pagina: LC 22 feb 1994

Verwijzingen

  1. krant van Jong, Jan Halbes de