Bronverwijzing
-
De historie van Nietap Terheijl
-
- Datum: 30 september 2011
- Pagina: http://www.nietap-terheijl.nl/helling_en_hellinghuis.htm
-
Afschrift:
Terug naar index
Helling en Hellinghuis
Aan het einde van de Thedemalaan te Nietap, grenzend aan het Leeksterhoofddiep, bij oud inwoners
beter bekend als 'op de tip', werd reeds in de 18e eeuw aan het Leeksterhoofddiep het beroep van
scheepsbouwer uitgeoefend. Hier bevond zich ook de scheepshelling met het hellinghuis.Helling met hellinghuis
Informatie foto:
Voor het huis staan hellingbaas Hessel Veenstra’s vrouw Femke de Vries en haar dochter Bontje.
De rond het hellinghuis staande bomen werden in mei 1997 i.v.m. de bouw van een appartementen-
complex gekapt. Op de achtergrond is de omstreeks 1920 afgebrande houtzaagmolen van Douwe
Barkmeijer nog zichtbaar. De foto werd omstreeks 1915 gemaakt.Het werk op de helling bestond voornamelijk uit het bouwen en repareren van tjalken, pramen en andere
kleine vaartuigen. Om een boot te kunnen teren of repareren, moest hij eerst met een lier de helling
worden opgetrokken. Lichamelijk was dat zwaar werk. Een veelvoorkomende reparatie was het waterdicht
maken van houten vaartuigen. Met touw en pek werden lekken gedicht. Het teren van pramen was een
andere veelvoorkomende werksoort.Vanaf het begin van de scheepsbouw te Nietap (bekend vanaf 1766) tot aan 1794 was de helling en het
hellinghuis eigendom van Pieter Santee, wonende aan de J.P.Santeeweg 2. Hij verhuurde de helling
achtereenvolgens aan Popke Sjirks (1766-1795) en daarna tot aan 1804 aan diens zoon Sjirk Popkes.
(Zie v.w.b. de bewoners van de helling en hun lief en leed 'Thedemalaan 14'.) In 1804 was de werf
eigendom van de gebroeders Abraham Santee Santee en Jacob Santee. Zij verhuurden het hellinghuis
in twee delen : tot 1813 gedeeltelijk aan Sjirk Popkes en tot 1811 aan diens neef Heere Cornelis
Hangelbroek.
In 1813 kocht Gerrit Jans Barkmeijer de scheepswerf. Hij woonde tot 1827 zelf in het hellinghuis en
verhuisde toen naar Leek. Het hellinghuis verhuurde hij aan Evert Sjoerds Visser (1827-1833) en vanaf
1833-1874 aan Barteld Jans Beereboom.Gerrit Jans Barkmeijer is de voorloper van het huidige scheepvaartbedrijf 'Barkmeijer Shipyards'
met een vloot van vele tientallen zeeschepen / coasters en van de scheepswerf 'Barkmeijer Stroobos'
B.V. te Stroobos.
De geschiedenis van de Barkmeijers is te lezen in het boek '150 jaar Barkmeijer' van de auteur
Klaas van der Schuit uit Gerkesklooster. Het boek is uitgegeven in oktober 2000.In 1874 verkochten de erven Gerrit Jans Barkmeijer (Barkmeijer was op 16-01-1864 overleden) de
scheepswerf, het hellinghuis en de windhoutzaagmolen. De houtzaagmolen was door Barkmeijer in 1832
aangekocht.In 1874 kocht Klaas Pieters Pel, de schoonzoon van Pieter Santee uit Nietap, de helling en het hellinghuis.
De houtzaagmolen werd aangekocht door Drewes Bousema Zuiderhoek (zie Wasknijpers uit Nietap (II).
Klaas Pieters Pel verhuurde na aankoop de helling en het hellinghuis vanaf 1874-1905 aan scheepsbouwer
Haijo Kuiper en vanaf 1905-1907 aan diens zoon Eduard Roelf Kuiper.In 1907 werd Hessel Veenstra uit Leek eigenaar van de helling en het hellinghuis.
Hessel Veenstra en zijn vrouw Femke de Vries
Hessel Veenstra verkocht in het begin van zijn verblijf te Nietap petroleum, was daarna boderijder en
bracht vervolgens de helling weer op gang.Hessel Veenstra’s werk bestond voornamelijk uit reparatiewerk en teerbeurten van kleinere schepen.
Vooral schepen en pramen van Reijntjes uit Zevenhuizen, van Siebe Haardsma uit de Wilp en van
Praamstra uit Marum kwamen naar de Nietapster helling.Toen de auto meer en meer zijn intrede deed waardoor de scheepvaart afnam, nam ook het werk op
de helling af. Langzamerhand raakte de helling buiten bedrijf en in verval.Omstreeks 1930 begon ook het oude hellinghuis bouwvallig te worden en hellingbaas Hessel Veenstra
liet aan de Leeksterkant van het oude huis aan het Leeksterhoofddiep een nieuwe woning bouwen.De door Hessel Veenstra in 1930 gebouwde woning.
Nadat Hessel Veenstra's dochters Gelsina en Bontje waren getrouwd, woonden hij en zijn vrouw
Femke nog jaren in hun nieuwe woning.Femke de Vries overleed aldaar op 21 juli 1947 en Hessel Veenstra op 9 februari 1952.
Met Hessel Veenstra's dood kwam er een definitief einde aan de scheepsbouw te Nietap.
- - - - - - - -
Het verdere verloop van het door Hessel Veenstra gebouwde huis.
In 1952 werd het huis opgekocht door wasknijperfabrikant Hendrik Kok uit Nietap, die het terrein wilde
gebruiken voor eventuele uitbreiding van zijn fabriek. Tot het zover was verhuurde hij het huis aan zijn
personeelsleden.Op 04-07-1952 betrokken Thomas Bieleveld en zijn vrouw Jantje van der Horn het pand.
Aldaar werden hun twee dochters, Catharina Bieuwke (1954) en Gerharda Aletta (1958) geboren.
Het gezin Bieleveld verhuisde op 22-12-1965 naar Smilde. Op 28-01-1966 betrok het echtpaar Ebel
Johannes Linker en Trientje Piek de woning. Ze kregen daar twee kinderen, Geeske (04-12-1966) en
Jantje Hiltje (29-06-1968).
Ebel Linker overleed op 28-10-1978.
Trientje Piek en de kinderen vertrokken op 22-12-1978 naar de Rembrandtstraat te Nietap.
Hierna bleef de woning geruime tijd onbewoond.
De leegstand duurde tot 5 mei 1980.Toen werd het huis door drie werkende jongeren uit Leek en een scholier afkomstig uit Nietap gekraakt.
De kraakactie heeft ruim drie jaar geduurd, waarna de woning in vervallen staat achterbleef.
Medio 1987 werd de woning, wegens gevaar voor de aldaar spelende kinderen, op verzoek van de ouders,
door de gemeente Roden gesloopt. De woning was inmiddels door de gemeente Roden opgekocht.En toen werd het stil op de tip.
Vanaf 1997 is er echter weer volop bedrijvigheid. Op de plaats van de vroegere helling en het hellinghuis
is het appartementencomplex 'Nienoordshaven' gebouwd.Het appartementencomplex Nienoordshaven
Op de plaats van het 2e gebouw van rechts, stond het nieuwe hellinghuis
en daarachter, op de plaats van het laatste huis, de helling en het oude hellinghuis.Terug naar het begin
-