Stamboom de Vries-Bouma, Eikenaar-Brienesse

fotoid: DC1903_Pel_07

FEUILLETON.

DE FAMILIE PEL.

7)

SJOUKJE HANZES GRAANSTRA, geboren 20 Juli 1770, was haar broeder Hermanius drie
jaren vooruit en heeft evenals de laatste, bij het overlijden van hun moeder
Aafke Yedes ook het ouderlijk huis moeten verlaten, daar het beroep van hun
vader Hans Hermanius Graanstra, door zijne gedurige afwezigheid, niet toeliet,
dat hij zijne lievelingen zelf kon opvoeden, zoodat ze bij een zuster van haar
vader, Grietje Hermanius en Tjibke Jans te Drachten ter inwoning en opvoeding is
besteld, en aldaar na haar vaders dood verbleven is tot de dood ook hare tante
wegnam, die den 20 Januari 1786 werd begraven. Daarna heeft zij Drachten
verlaten, ten einde onder het onmiddelijk opzicht van haren oom en curator
Berend Hermanis te Rottevalle te komen, alwaar haar broeder Hermanius reeds
sedert hun moeders dood inwoonde.

Van lichaam was ze sterker dan haar broeder, en in geestvermogens behoefde ze
voor niemand onder te doen, doch in hare opgroeiing had ze gedurig te kampen,
eensdeels door overplaatsing en anderdeels door van kinds af aan met hevige
zinkings gekweld te zijn, dat zich op hare oogen zetten, met zulk smartelijk
gevoel en pijnlijke aandoening, dat ze volstrekt bij de hevigste aanvallen geen
dag- of kaarslicht kon verdragen, en dagen aaneen genoodzaakt was, in het donker
zich te verschuilen. Ook in haar jeugd heeft zij, een vriendinnetje bezoekende,
die aan de pokken leed, deze ziekte gekregen, waardoor haar frissche roode kleur
verloren ging.

Doch wat de ruimschoots aangewende geneesmiddelen niet vermochten, dat deed hier
de natuur. De aanvallen bleven ten laatste geheel uit en toen zij den
maagdelijken leeftijd bereikte, waren al die kinderrampen verdwenen, doch in het
onderwijs was zijn nu zeer ten achter. Evenwel door haren vlijt en haar vlug
begrip had zij dit spoedig ingehaald.

Den tijd van vijf jaren heeft ze bij haren voogd gewoond, als zijnde toen met
haren eersten man Geert Petrus Geerligs getrouwd. Deze was aphotheker te
Drachten en beoefende mede de genees- en heelkundige praktijk uit, was van de
hervormde geloofsbelijdenis en weduwnaar van Froukje Jelkes Holversma, met wie
hij op den 6 Juni 1784 getrouwd was, doch die aan de gevolgen der bevalling en
bijkomende tering op den 27 Januari 1718 (verbetering: 1788) hem werd ontnomem,
na eene genoegelijke echtvereeniging van slechts drie jaar en acht maanden. Uit
dit huwelijk waren drie kinderen geboren, die allen successievelijk zijn
overleden, als zijnde op den 12 April 1785 geboren een zoon, genaamd Petrus
Clement, doch op den 24 Juni 1785 in den ouderdom van elf weken overleden; op
den 20 April 1786 is hun geboren een dochter genaamd Fokje, gedoopt te Drachten
op den 14 Augustus 1786 en op den 3 September 1790 overleden in den ouderdom van
4 jaar en ruim 4 maanden; op den 25 November 1787 is hun derde kind geboren en
den 16 December 1787 gedoopt met den naam Catharina, als zijnde weder een
meisje, dat op den 29 Januari 1788 is overleden, dus twee dagen voor den dood
van hare moeder Froukje Jelmers Holversma, in wiens kist hetzelve besloten is en
met genoemde moeder op den 5 Februair 1688 op het zuider kerkhof te Drachten aan
de aarde toevertrouwd. Dus had de heer Geert Petrus Geerlig bij het aangaan van
zijn tweede huwelijk met Sjoukje Hanzes Graanstra geen kinderen meer in leven.

 

Hij was de oudste zoon van Petrus Clement Geerligs, in leven apotheker, en
Catharina Garito  Berlage, echtelieden, gewoond hebbende en overleden te
Drachten, ofschoon afkomstig en gesproten uit eene aanzienlijke rijke familie te
Leer in Oost-Friesland. Zoo waren dezelve opgevoed, nl. Petrus Clement Geerlings
te Amsterdam en Catharina Garito Berlage te Leeuwarden, en hebben bij de
voltrekking van hun huwelijk in het jaar 1757 zich direct met der woon naar
Drachten begeven tot het uitoefenen van den  heel- en geneeskundigen dienst en
aldaar overleden, nl Petrus Clement Geerligs op den 21 September 1781 in den
ouderdom van ruim 55 jaren, en Catharina Garito Berlage op den 7 Februari 1789
in den ouderdom van (?). Beide zijn met hunne kinderen op het zuider kerkhof in
den derden regel ten noorden begraven, behalve hun oudste zoon Geert Petrus
Geerligs, geboren 19 Maart 1758 en door dominee Jezaja Helenius gedoopt.

Op den 14 November 1760 is weder een zoon geboren en gedoopt door den candidaat
F. van der Sloot den 23 met den naam Harmen Hendrik, die echter op den 30 Mei
1761 is overleden in den ouderdom van 1 jaar en 6 maanden.

Op den 29 December 1761 is geboren en den 6 Januari 1765 gedoopt door dominee H.
Bruinings, met name Harmen Hendrik Geerligs. Deze heeft eerst het beroep van
apotheker te Drachten beoefend, maar niet verkiezende zich aan het vereischte
examen te onderwerpen, hetwelk te dien tijde door het geneeskunig bestuur werd
gevorderd, heeft hij zijn apotheek verlaten en daarvoor een boerderij
aangevangen te Zuider Drachten en is aldaar overleden nalatende zijne vrouw
Joukje Minnes Brouwer, bij wie hij vier kinderen had, toen nog in leven, als
Lammert, Geert Minne en Catharina Geerligs.

Het vierde en ook  het laatste kind van Petrus CLement Geerligs en Catharina
Garito Berlage voormeld is mede een zoon geweest en genaamd Piebo, geboren den
15 Maart 1767, die den 10 Mei 1768 is overleden in den ouderdom van 1 jaar en
negen weken,

SJOUKJE HANZES GRAANSTRA was in haar eenentwintigste jaar, toen zij op den 27
Februari 1791 met haar eersten man Geert Petrus Geerligs voormeld is getrouwd,
terwijl haar man toen bijna den leeftijd van bijna 33 jaren bereikt had. Ze
hadden het genoegen, niettegenstaande hun ongelukkig gedaagde echtvereniging,
zich wederkeerig te verheugen. Op den 6 Januari 1792 werd hun een zoon geboeren,
genaamd Petrus Clement Geerligs, te Drachten gedoopt, welk kind door zijn gzond
voorkomen en voordeeligen groei hunne huwelijksvreugde steeds meer en meer
bevestigde. Doch hoe helder de toekomst ook schijnen mocht, er kwamen donkere
wolken aan den huwelijkshorizon door den onverbiddelijken dood, die dit zo
liefderijk huwelijk verbrak.

Wordt vervolgd.