Stamboom de Vries-Bouma, Eikenaar-Brienesse

fotoid: DC1903_Pel_04

FEUILLETON.

DE FAMILIE PEL.

4)

Op 12 Februari 1812 is KLAAS PEL vanwege de Fransche regeering Napoleons
aangesteld tot percepteerende der directe belastingen  voor de gemeente
Drachten, tegen eene belooning van 5 procent der buitenontvangdagen en eene
borgstelling van 1800 franken. Zulks heeft alzoo twee jaren van duur geweest tot
1 Januari 1814, hetwelk alzoo vereend onder herhaalde aanwijzingen (?) door hem
is waargenomen tot aan zijn op verzoek bekomen honorable ontslag in den jare
1836. Met 1 Januari 1814 werd de heer Mr. J. A. Welling te Oldeberkoop door het
gouvernement benoemd en aangestel tot regulateur voor het recht op de successie
over de uitgestrektheid van het geheele arrondissement Heerenveen, odch die heer
zich daartoe te zwak bevindende, heeft zijn ontslag gevraagd en bekomen, waarbij
die post met 12 Oktober 1814 op den ontvanger te Drachten bij zijne overige
posten gevoegd en waargenomen is tot 12 januari 1817; toen zijn de
successierechten gevoegd onder het beheer en toezicht van de registratie.

Op den 25 juli 1819 heeft hij met leedwezen moeten opvolgen en vervangen zijn
onvergetelijke stiefzoon Petrus Clement Geerlings als commissaris ter declaratie
der aaccijnen, om dat waar te nemen tot de afschaffing op 12 Januari 1823.

Op den 3 Mei 1830 heeft hij na gevraagd en bekomen ontslag het door hem
waargenomen grietenijwerk overgedragen aan zijn opvolger Teije Hedzer Brandsma,
ontvanger van plaatselijke belastingen te Drachten. Gedurige aanvallen van
organische storingen en eene hooggaande doofheid, welke zijn werkzaamheden ten
hoogste moeilijk maakten, waren de hoofdoorzaken tot zijne aanvrage om ontslag
van gemelde functie als grietenijontvanger, hopende dat door mindere
werkzaamheden en het bestendig gebruik van geneesmiddelen het gehoor de noodige
versterking zoude verkrijgen, terwijl hij door zijn zoon Hans gesteund en
geschraagd werd. Toch bleken die middelen ijdel te zijn, zoodat op 1 Augustus
1836 zijn pensioen begon en wel in twee termijnen 468 gulden 58 centen, of
geheel 937 gulden, ingaande vanaf zijn ontslag.

Op Maandag den 16 Januari vogens gewoonte gezond opstaande, het morgenontbijt en
het middagmaal met smaak gebruikt te hebben, en daarna een appel zullende
gebruiken, werd (onze) zoo beminde vader daarin verhinderd en gedwelmd, dat zijn
zoon doctor Pieter Pel werd gehaald, die direct verklaarde dat het een beroerte
was, en tot (ons) aller droefheid zoodanig toenam, dat de linkerkant van hoofd
tot voeten geheel verlamd werd. Eeen aderlating kon niets veranderen. Op bed
gebracht viel vader direct in de sluimering, eerst Woensdagochtend sloeg vader de
oogen op en zocht om de rechterhand van moeder, en heeft toen langen tijd tegen
moeder gesproken, maar men kon, hoe inspannig ook geluisterd werd, niets
verstaan dan alleen >>geliefde vrouw, ik verlaat u op dit levenspad en kan nu
niet langer voor u tot steun zijn en troost, dat moeten nu de kinderen doen; wij
treuren niet lang om elkander."

Den volgenden ochtend is een ledikant klaar gemaakt en daar is vader ingeleid.
Bij volle verstand zijnde, maar geheel onverstaanbaar sprekende, kon men toch
duidelijk bemerken, dat de verpleging zoo naar zijn genoegen was en sluimerde
hij spoedig weer in tot Donderdagochtend eh heeft toen van zijne kinders, die om
zijn leger stonden, een hartroerend afscheid genomen, en was dien geheelen dag
zeer helder. Op den avond kwamen beide predikanten Holwerda en Plantinus, van
wie vader ook afscheid nam.

Vrijdagochtend sloeg vader de ogen weder open en begon >>Hijgend hert der jacht
ontnomen", maar geheel kon vader dat niet uitbrengen en viel toen weder in
sluimering, en dat heeft geduurd tot Zondagmorgen twee uur, toen blies onze
onnavolgbare en onvergeetbare vader zijn laatsten adem uit, den 24 Januari, en
is op Donderdag den 28 Januari des namiddags begraven in het vijfde graf aan de
noordzijde van regel 3, zijnd door allen nagevolgd, door zijn zoons, schoonzoons
en kleinkinderen; de vrouwen bleven thuis.

============================================

SJOUKJEN HAZES GRAANSTRA
Weduwe van wilen den heer Geert Petrus
Geerlings, Apotheker, thans tweede vrouw
van den oud-fiscalen Ontvanger te
Drachten K. P. Pel.

SJOUKJE HANZES GRAANSTRA, geboren te Drachten op 20 Juli 1770, was de dochter
van Hans Hermanus graanstra, schipper en graankooper, en Aafke Yedes, indertijd
echtelieden, Haar grootouders van vaders zijde zijn geweest Hermanius Willem,
schipper, en Sjoukje Berendts, mede echtelieden te Drachten, aldaar overleden
grootvader op 17 en grootmoeder op 4 Januari 1780, in den ouderdom van 90 jaren,
nalatende vier zonen en een dochter, met name Hans Hermanius, geboren te
Drachten 30 Maart 1727; deze is geweest de vader van Sjoukje Graanstra; Willem
Hermanius, geboren aldaar op den 1 Januari 1730; deze is schoenmaker geweest en
gehuwd, den 18 Januari 1815 te Drachten overleden in den ouderdom van 85 jaren,
zonder kinderen na te laten; Berend Hermanius, geboren te Drachten, den 16
Oktober 1732; deze is grof- of ijzersmid geweest in de Rottevalle, hij heeft
twee vrouwen gehad, de eerste was  Jitsch Rienks en tweede Hinke Coenes, deze
was weduwe van Witteveen, in leven kofschipper in de Lemmer en had geene
kinderen; deze beiden vrouwen heeft hij overleefd en is in Rotttevalle
kinderloos overleden op den 27 Maart 1815 in den ouderdom van 82 jaren 6 maanden
en elf dagen en is bij zijne eerste vrouwe begraven. Grietje Hermanius geboren
den 4 Juni 1736, deze is gehuwd geweest met Tjepke Jans, schuitschipper te
Drachten en aldaar overleden den 20 Januari 1786 in den ouderdom van 59 jaren en
ruim zes maanden, nalatende twee zoons: Hermanus Tjepkes Graanstra, deze is
grofsmid geweest in de smederij van zijn oom Berend, heeft twee vrouwen gehad en
bij beide kinderen nagelaten; Jan Tjepkes Graanstra, deze is zijn vader Tjepke
Jans als schuitschipper opgevolgd, is gehuwd geweest met een Froukje Gurbes van
Smalle Ee, waarbij hij vier kinderen had (en nog in leven); Jacobus Hermanus,
geboren op den 3 Maart 1739, deze is mede opgeleid tot ijzersmid en woonde bij
zijn broeder Berend Hermanus, meester grofsmid in de Rottevalle, is daar
ongehuwd overleden in 1762, in den ouderdom van 23 jaren.

De moeder van SJOUKJE HANZES GRAANSTRA Aafke Yedes, was een dochter van Yede
Hendriks, meester timmerman, en Antje Lefferts, in dien tijd echtelieden te
Drachten. Antje Lefferts overleden 17 ... en dan grootvader Yede Hendriks op den
17 ..., hebbende nagelaten 5 zonen en eene dochter, als: Hendrik, Klaas, Dirk,
Jacobus, Renze en Aafke Yedes. Hendrik Yedes is gardenier geweest te .... en
aldaar overleden, (waarvan nog kindskinderen in leven zijn). Klaas Yedes is
veenbaas geweest te Lippenhuizen en is aldaar overleden den 17 ..., deze heeft
achtervolgelijk twee vrouwen gehad en heeft twee kinderen nagelaten. Dirk Yedes
is gehuwd en wagenmaker geweest te Stiens en aldaar zeer onverwacht overleden;
bij een haastig opkomende onweersbui had hij schuiling gezocht onder een boom,
die door den bliksem getroffen werd en waardoor hem het leven werd benomen en
alzoo dood bij zijne hoogst zwangere vrouw thuisgebracht wordende, die vrouwe
daardoor niet alleen door een hevige schrik, maar ook tevens dadelijk door
barensweeen werd bevangen en aan twee welgeschpen zonen het leven schonk, die
genaamd zijn Willem en Jacobus Dirks. Ze hadden nog twee kinders, Yede en
Antje, die den famielienaam van Radersma droegen. Dezelve zijn allen gehuwd
geweest en hebben kinderen gehad, behalve de dochter Antje Dirks; deze is wel
twee keer gehuwd geweest, doch kinderloos te Blija overleden. Jacobus Yedes,
deze is gehuwd en kuiper geweest te Oldeboorn en aldaar overleden, nalatende
eene weduwe met twee zoons, genaamd Yde en Teade Jacobus, die den familienaam
van Engelman droegen. Yde Jacobus Engelman is boer en gehuwd geweest te
Oldeboorn en aldaar overleden, nalatende zijne vrouwe met twee zoons en eene
dochter. Taede Jacobus Engelman heeft twee vrouwen gehad, is bakker geweest op
de Gorredijk en aldaar overleden, nalatende zijne laatste vrouw benevens eene
dochter, genaamd Grietje Tades Engelsman. die hij bij zin eerste vrouw had en die
gehuwd is geweest met Douwe Engberts Posthuma, zoon van Engbert Suardus
Posthuma, gewezen grutter, welke in de bakkerij van haar vader zijn gebleven.

Wordt vervolgt.